Toen in 1940 de oorlog uitbrak, ging Hannie evenals alle anderen door met studeren, in juli '40 haalde ze haar kandidaatsexamen. Intussen groeide Hannie's woede tegen de Duitse bezetters. Haar Joodse studiegenoten Sonja en Philine werden in toenemende mate getroffen door de anti-joodse maatregelen. Toen zij een gele ster moesten gaan dragen en zeer beperkt werden in hun bewegingsvrijheid, stal Hannie twee persoonsbewijzen van niet-Joodse vrouwen in een zwembad. Bij deze twee bleef het niet. Verder stuurde ze pakjes naar Westerbork en andere kampen. Haar eigen leven veranderde ingrijpend toen de Duitsers van alle studerenden een loyaliteits verklaring (1943) eisten. Maar ze wilde deze verklaring iet ondertekenen wat het einde van haar studie betekende. Dit betekende voor Hannie het einde van haar studie. het voorjaar van 1943 vertrok Hannie met Sonja en Philine, die ze bij haar ouders wilde laten onderduiken, naar Haarlem. Aldaar sloot ze zich aan bij:
om meer, actiever verzet te bieden. De RVV had er al diverse sabotageacties en aanslagen op zitten.
Na instructies over wapens en een schietles was Hannie gereed voor haar eerste actie. Ze kreeg de opdracht een man van de Sicherheits Dienst neer te schieten. Toen ze de trekker overhaalde klonk er in plaats van een schot een klik, er zaten geen kogels in het pistool. Hannie had een 'proef van bekwaamheid en betrouwbaarheid' afgelegd waar ze erg kwaad over werd. De volgende acties speelden zich in de volle werkelijkheid af. Bij een ervan kwam Jan Bonekamp om het leven. De man die hij en Hannie moesten vermoorden had na de aanslag van Hannie nog kans gezien om Jan in zijn buik te schieten. Hannie was inmiddels al weggefietst en wachtte op een onderduikadres tevergeefs op Jan. Hij stierf nadat de Duitsers nog enkele adressen van hem wisten los te krijgen, waaronder dat van Hannie. Hannie's ouders werden naar aanleiding van deze gebeurtenissen gegijzeld. De Duitsers hoopten dat Hannie zich dan bij hen zou melden. Hannie werd door haar kameraden tegengehouden om zich aan te geven en na enige tijd lieten de Duitsers haar ouders gaan. Behalve deze gijzeling, veroorzaakte de dood van Jan een diepe inzinking bij haar.
In haar boek over de oorlog, Toen niet, nu niet, nooit (1982) verhaalt Truus Menger over een aantal van die gezamenlijke acties. Op 21 maart 1945 werd Hannie bij een weg controle gearresteerd op het bezit van illegale krantjes.
Haar arrestatie kreeg hierdoor een veel groter belang. Ondanks de afspraak die de Duitsers aan het einde van de oorlog met de Binnenlandse Strijdkrachten hadden gemaakt om geen mensen meer te executeren, werd Hannie vier weken na haar arrestatie doodgeschoten. Haar vrienden uit het verzet probeerden nog achter haar verblijfplaats te komen om haar te kunnen bevrijden. Toen Truus daar uiteindelijk achter kwam, bleek Hannie's naam te zijn doorgestreept in het gevangenisboek...