|
Een vorm van verzet was de hulp aan onderduikers. Dit waren mensen die zich moesten verstoppen, onderduiken, om zo aan de bezetter te ontsnappen. Dit deden ze om verschillende redenen. Joden doken onder omdat ze werden vervolgd door de bezetter. Maar ook mannen die verplicht moesten gaan werken in Duitsland doken onder, ze weigerden voor de vijand te werken. Daarnaast waren er talloze verzetsmensen die een veilige plek nodig hadden om zich te verstoppen. Al met al een grote groep mensen die ergens in Nederland een onderduikplek moesten krijgen en eten kleding, zeep enzovoort, moesten hebben. In 1942 werd de onderduikhulp landelijk georganiseerd. Deze verzetorganisatie, de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO), telde zo'n 14.000 medewerkers.
|
